參見:
荷兰语
词源
后缀
-heid (〈陰〉)(复数 -heden)
派生词
- aanwezigheid, afwezigheid, apartheid, beroemdheid, betrokkenheid, bewustheid, bezigheid, bevoegdheid, bruikbaarheid, dichtheid, doofheid, eenheid, eeuwigheid, eigenaardigheid, gehoorzaamheid, geldigheid, geleerdheid, gelegenheid, gelijkheid, gesteldheid, gevoeligheid, geweldloosheid, gezondheid, gladheid, goedheid, grootheid, hardheid, heerlijkheid, helderheid, hoedanigheid, hoeveelheid, ijdelheid, leesbaarheid, luiheid, meerderheid, menselijkheid, minderheid, nabijheid, oneffenheid, onervarenheid, onveiligheid, onwetendheid, onzekerheid, oudheid, overheid, persoonlijkheid, raadselachtigheid, sluwheid, snelheid, stevigheid, tegenstrijdigheid, tegenwoordigheid, tevredenheid, uitzonderlijkheid, veelheid, veiligheid, verlegenheid, verscheidenheid, verstandigheid, vochtigheid, volledigheid, voorzichtigheid, vrijheid, vruchtbaarheid, waardigheid, waarheid, werkelijkheid, werkzaamheid, wettigheid, wijsheid, zekerheid, zelfstandigheid, zinnelijkheid, zuiverheid
参考
- ↑ J. de Vries & F. de Tollenaere, "Etymologisch Woordenboek", Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht, 1986 (14de druk)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.